Ga naar hoofdinhoud

Hans Overbeeke

In dit Magazine heb ik geschreven over gezonde voeding, dat meer bewegen ook langer leven kan betekenen, over lotgenoten, bondgenoten en vriendschap. Over meedenken over behandelingen en mijn wens voor een behandelmenukaart om dat als patiënt beter te kunnen.

Maar aan één onderwerp ben ik voorbij gegaan: de Dood. Waarom?

Toen ik hoorde dat ik uitgezaaide prostaatkanker heb is mij verteld dat ik nooit meer beter zou worden. ‘Heel veel sterkte’ en veel meer van dit soort dingen zorgden ervoor dat ik dacht snel dood te zullen gaan. In de eerste weken heb ik overzichten gemaakt van genodigden en me wel 20 keer begraven. Ik sliep niet meer totdat mijn testament was opgemaakt. Steeds dacht ik aan die klimaatfilm van All Gore, ‘An Inconvenient Truth’, het voelde héél ongemakkelijk. Van veel lotgenoten hoor ik dat ook zij zo iets hebben meegemaakt.

Hans Overbeeke tijdens één van zijn wandelingen

Positief zijn

Toen ik door kreeg dat het bij mij niet zo snel zou gaan, lukte het om over te stappen op dingen die positief voor me zijn. Ik leerde over voeding en ben heel anders gaan eten en ik ben gaan wandelen, wandelen en nog eens wandelen. Dat doe ik allemaal nog steeds. Zo ben ik mijn eerste vijf jaar goed doorgekomen, hierover heb ik in Nieuws 42 geschreven.

De laatste tijd komt dat Einde toch steeds vaker in beeld. Zo tobt een dierbare lotgenoot enorm over zijn mogelijk niet al te lange leven. Gelukkig zoekt hij hulp, maar toch, zijn verdriet zorgt ook dat het bij mij weer knaagt. Ik las op pagina 143 van het Logboek Prostaatkanker: ‘Mannen die voor hormonale therapie kiezen, rijden in principe op de weg die eindigt bij de dood door prostaatkanker’. Het gaat weliswaar over een T3 tumor (buiten het kapsel) maar toch, ik met mijn uitzaaiingen heb immers ook hormonale therapie. Op pagina 225 las ik: ‘Prostaatkanker leidt alleen tot de dood als hij is uitgezaaid’. Gelukkig staat er ook dat de route daarheen heel verschillend kan zijn. Het hangt er maar net van af van welk punt je vertrokken bent en wat je onderweg hebt meegemaakt. Maar toch, érg ongemakkelijk.

Ik weet heel goed dat ook ik vroeg of laat voor de bijl ga, of aan de prostaatkanker, of aan een andere ziekte als gevolg van de bijwerkingen. Ik las onlangs het boekje ‘Tussenland, over leven met de dood in je schoenen’ van Jannie Oskam. Als je weet dat je als gevolg van je ziekte op weg bent naar de dood, niet meer in het land van de Gezonden bent, maar ook niet bij de Stervenden, dat is het ‘Tussenland’. Een intrigerende benadering. Aan de ene kant ervaar ik dat ook zo, vooral door reacties van anderen. Als ze horen dat ik kanker heb (zelfs als ik zeg dat ‘het echt een trage vorm is hoor’) dan komt er een treurige blik in hun ogen en wordt een gewoon gesprek voeren vaak lastig. Iemand zei dat ze een kaarsje voor me zou opsteken in de kerk. Ik bedoel maar, op die momenten zie ik de Zeis niet maar wel weet ik dat hij achter de deur staat. Vaak vertel ik niet meer dat ik ziek ben. ‘Tussenland’ kan soms eenzaam zijn.

Genieten van het nu

Gek genoeg ervaar ik dat ‘Tussenland’ vanuit mezelf gezien niet meer zo. Na die eerste maanden ben ik veel positiever gaan denken en leven, dat het glas niet half leeg maar half vol is, dat kleine dingen er toe doen, dat je moet genieten van het NU en van gewone dingen, dat je moet liefhebben, van mensen, van dieren, van de natuur. Ik heb altijd geweten dat er aan mijn leven ooit een einde komt. ‘Met de geboorte start de route naar het sterven’ hoorde ik eens. Dat is voor mij dus niet anders, al zal mijn route wellicht korter zijn. Maar wie kan dat zeggen? Ik ben lang geleden al eens bijna gestorven door een haperend hart, wie weet wat er nog meer komt? Wat te denken van een ongeluk? Ik heb besloten dat ik niet bijzonder ben. Zoals iedereen weet ik niet wat me nog te wachten staat. Natuurlijk doe ik alles om mijn route te verlengen. Mijn tijd gebruik ik zo goed als het kan voor dingen die ik belangrijk vind, zoals mijn vrouw, mijn kinderen, familie en vrienden. Ik ben actief in de buurt en probeer invloed uit te oefenen voor meer natuur en een gezond klimaat. Ik wens mijn kleinzoon ook nog een mooi leven toe. LEVEN met kanker, dát is dus wat ik doe.

Voor vragen over prostaatkanker, over levensverwachting, behandeling en nog veel meer, kun je altijd bellen met de lotgenotentelefoon van de PKS (0800-9992222). Zij staan altijd voor je klaar. Als je wilt kun je met mij contact opnemen via de redactie.

Back To Top