Skip to content

Goedele (69) is getrouwd met Mick en heeft drie kinderen. Door de prostaatkanker van haar man hebben ze geen actief seksleven meer.

“Zeven jaar geleden, toen ik 62 was, stopte ik als oncologieverpleegkundige. Veel concrete plannen hadden mijn man Mick en ik niet. Ik keek uit naar het leven zonder werkdruk, genieten met Mick en onze pup die veel aandacht en liefde vroeg. Maar toen ik net twee maanden met pensioen was, werd bij Mick prostaatkanker geconstateerd. De diagnose sloeg in als een bom. En het lange wachten op het verlossende bericht of zijn tumor wel of niet in aan­merking zou komen voor een genezende behandeling, was zenuwslopend. Dat was gelukkig wel zo. Hij kreeg 35 bestralingen en een drie jaar durende hormoonkuur, waarbij zijn testosterongehalte naar nul werd gebracht.”

Bijwerkingen
“Vanaf dat moment veranderde onze relatie; van een verliefd stel werden we maatjes en kregen we een meer platonische relatie. Al waren we toen helemaal niet bezig met seks, maar met overleven. Het gemis van lichamelijk contact ging later pas een rol spelen. Alle behandelingen brachten namelijk nogal wat bijwerkingen met zich mee, zoals een vernauwing bij de plasbuis, waaraan hij moest worden geopereerd. Ook de hormoonkuur was ingrijpend. Hij had opvliegers, was erg moe en zijn lustgevoelens verdwenen; het seksuele aspect in onze relatie viel helemaal weg. En dan heb ik het niet alleen over de erecties, ook de intimiteit verdween. Elkaar even aanraken, tegen elkaar aankruipen, die behoefte voelde hij niet meer.

Voordat Mick ziek werd, hadden we een goed seksleven. Natuurlijk was ik tijdens zijn ziekteproces heel erg met hem begaan, híj was de zieke, niet ik, maar ik dacht ook heel sterk: dit was niet de bedoeling, hoe kán dit nou, hoe moet ík straks verder? Ik vond het heel zielig voor Mick, maar tegelijkertijd waren mijn lustgevoelens niet verdwenen. Dat vond ik een eenzaam proces, waarin ik me onbegrepen voelde. Ik kon het ook niet met veel mensen delen.”

Midden in een tornado
“Ik ben als vrijwilligster voor de Prostaatkankerstichting gaan werken en heb jaren gefungeerd als luisterend oor bij de lotgenotentelefoon voor zowel mannen, de patiënten, als vrouwen, de partners. Veel partners ervaarden net als ik een gebrek aan intimiteit, en dat onze ervaringen zo overeenkwamen heeft mij echt geholpen.

Terwijl Mick nog midden in de prostaatkanker­behandelingen zat, werden wij overvallen door een acute situatie waarbij Mick heel erg benauwd werd. Eenmaal in het ziekenhuis lag hij binnen vijf kwartier op de intensive care: hij had een volledig afgescheurde hartklep én bloedvergiftiging. Er volgde een openhart­operatie. De periode erna was heel zwaar. Ik voelde me verantwoordelijk voor zijn herstel, terwijl ik daar natuurlijk helemaal geen invloed op kon uitoefenen. De kans dat Mick het zou overleven was echt klein. Ik was hartstikke overspannen, ontzettend bang dat hij dood zou gaan en met die gedachte kon ik niet omgaan. Het was gewoon te veel, alsof ik midden in een tornado stond. Maar tegen alle verwachtingen in knapte hij toch weer op. Door deze ingrijpende gebeurtenis werd de prostaatkanker naar de achtergrond verdrongen. We realiseerden ons ineens dat je ook iets acuuts kunt krijgen en dat je dááraan doodgaat. Ik heb ervan geleerd dat het leven kort kan zijn en dat het belangrijk is dat we samen in het nu leven. Het is zinloos om te veel met de toekomst bezig te zijn, dat inzicht geeft ons rust.”

Broer en zus
“Toen na drie jaar Micks kankerbehandelingen er eindelijk op zaten, werd hij niet genezen verklaard, maar sindsdien is het wel rustig. We zijn er nu aan gewend om met die sluimerende prostaatkanker te leven; kennelijk wen je aan alles. We maken ons geen van beiden veel zorgen, hij wel iets meer dan ik omdat het in zijn lijf plaatsvindt.

Mick is een fijn en lief mens, we hebben het goed samen, maar inmiddels leven we als broer en zus, als vrienden. Dat vind ik echt heel erg. Ik zou ook kunnen denken: wat maakt het uit, je bent een dagje ouder, je mag blij zijn dat je man nog leeft. Maar het wegvallen van intimiteit maakt wél uit. Onze hele relatie is veranderd en ik mis hoe het ooit was. We zouden natuurlijk wel gewoon met elkaar kunnen knuffelen en tegen elkaar aan liggen, maar we vergeten het gewoon. We zijn het ontwend om lichamelijk te zijn en de gewoonte om als broer en zus te leven is er simpelweg ingeslopen. Bovendien heb ik last van onrustige benen, dus moet ik ’s avonds snel in slaap vallen, wat ook niet helpt…
De intimiteit is gewoon helemaal weg. Die komt ook nooit meer terug en daar doe ik zelf aan mee.”

De namen in deze tekst zijn vanwege privacyredenen gefingeerd.
Met dank aan: Patiëntenorganisatie Prostaatkankerstichting (prostaatkankerstichting.nl).

Bron en meer verhalen: Digitale Editie van Margriet >>

Heeft u behoefte aan een luisterend oor? Neem dan contact op met onze 0800-lijn >>

 

 

Back To Top