Ga naar hoofdinhoud
vlnr drs. Floor Staal en drs. Jorinde Janssen

Deelname aan ADOPT maakt van de patiënt meer een actief deelnemer

In 2020 startten twee studies gericht op patiënten die eerder behandeld zijn wegens prostaatkanker (met een operatie of bestraling) en bij wie de ziekte terugkeert (recidief). NIEUWS sprak projectleider Dr. Shafak Aluwini, radiotherapeut-oncoloog; mw. Jorinde Janssen, arts-onderzoeker ADOPT en mw. Floor Staal, arts-onderzoeker PERYTON. Het gesprek bouwt voort op het artikel over beide studies in Nieuws 37 van december 2020.

Het KWF subsidieert de ADOPT- en PERYTON-studie voor de onderzoeksperiode van respectievelijk zes en negen jaar. De onderzoekers zijn verbonden aan het UMC Groningen. Twee jaar na de start verwachten we, zoals gebruikelijk bij grote studies, nog geen (voorlopige) resultaten. Aanleiding voor ons gesprek is het verloop van beide studies tot nu toe en de tussentijdse opbrengsten.

In de ADOPT-studie participeren inmiddels de tien geplande medische centra in heel Nederland. Het beoogde aantal van 280 te includeren patiënten ligt op 150 deelnemers. In de PERYTON-studie doen op dit moment zeven verwijzende centra mee. De PERYTON-studie heeft op dit moment 120 patiënten geïncludeerd van de beoogde 538 patiënten. Er volgt binnenkort een tussentijdse analyse van de eerste 135 geïncludeerde patiënten; er wordt gekeken naar de hoeveelheid bijwerkingen die optreden op de korte termijn (binnen drie maanden) in de studie groep (van 20 bestralingen) ten opzichte van de controle groep (van 35 bestralingen).

Ook binnen de ADOPT studie wordt zowel gekeken naar het effect op de ziektecontrole als de eventuele bijwerkingen. Patiënten worden in totaal drie jaar gevolgd met behulp van controles, vragenlijsten en PSMA PET/CT scans op vaste momenten.

Bijvangsten

Naast de vooraf gestelde onderzoeksdoelen dienen zich nu al onvermoede resultaten aan. Dr. Aluwini: ’Toepassing van de straffe protocollen binnen de studies bevordert een standaard in de wijze van behandeling van de patiënten. Het brengt verschillen aan het licht die onderwerp worden van collegiaal overleg.’ Vraagstelling en concept van beide studies blijken bovendien goed aan te sluiten op behoeften van de verwijzers van de patiënten.

Janssen ziet dat ADOPT inmiddels een ’veel lagere drempel creëert om een PSMA/PET-scan te maken’. Want voor patiënten die voor deelname in aanmerking komen ontstaat perspectief. ’Als iemand hoort dat er ”iets te zien is” maar hij het ziekteverloop vooralsnog moet afwachten geeft dat onzekerheid. Toont een scan daarentegen aan dat hij in de ADOPT geïncludeerd kan worden voegt dat een behandeloptie toe. Het maakt de patiënt bovendien meer een actief deelnemer.’ Eventuele twijfels over vroege toepassing van hormoontherapie onder sommige urologen heeft daarmee plaatsgemaakt voor enthousiasme onder de verwijzers, want ook de uroloog heeft nu een (extra) optie naast enkel uitgestelde hormonale behandeling.

Omdat bestraling na prostaatverwijdering normaal is speelden er geen bezwaren onder verwijzers bij de PERYTON-studie. Aarzelingen waren er wel binnen de radiotherapie over de hogere doses, binnenkort zal deze vraag worden beantwoord als de resultaten van de eerste 135 patiënten worden getoond.

Met een hogere stralingsdoses in een kortere periode bracht men het aantal contactmomenten terug: patiënten hoefden minder vaak naar het ziekenhuis. Prettig ook omdat een patiënt elke keer moet opdraven met een ‘comfortabel gevulde’ blaas en lege darmen.

Janssen en Staal benadrukken dat gedurende omvangrijke wetenschappelijke studies als deze er altijd nieuwe inzichten boven komen. Deze maken deel uit van hun (promotie-) onderzoek. Voor beide heeft dat betrekking op de eerste, includerende fase van de studies. De tweede onderzoeksfase, het beoordelen van de effectiviteit van beide behandelingen en eventuele bijwerkingen, biedt ruimte voor twee opvolgende arts-onderzoekers.

Inbreng van patiënten

De onderzoekers ervaren als pluspunt aan deze fase dat zij de patiënten leren kennen. Deelnemers zien dat zij aan meer bijdragen dan onderzoeksuitkomsten die pas over vijf of tien jaar bekend worden.

Het gaat er om de zorg voor de patiënt beter te maken. Wij staan er dan ook zeer voor open dat patiënten zich laten horen. Wij leren van hun feed-back.

Via de PKS is dit vorm gegeven via een onlangs gehouden voortgangsoverleg waaraan onder meer PKS-beleidsmedewerker Marjolein Grootes en dhr. Kees van den Berg deelnamen.

Lezers die menen in aanmerking te willen komen voor deelname aan de ADOPT- of PERYTON-studie doen er het beste aan in overleg te treden met hun uroloog.

De website van het UMCG omschrijft de studies aldus:

Het doel van de ADOPT-studie is om met gerichte bestraling en kortdurende hormoontherapie, de langdurige hormoontherapie nog verder uit te stellen en verdere spreiding van de uitzaaiingen te remmen.

De ADOPT-studie richt zich op patiënten (18+ en in goede conditie) met uitzaaiingen (maximaal vier in lymfeklieren en/of botten; indien alleen botuitzaaiingen maximaal drie). Onderzocht wordt of zij baat zullen hebben bij bestraling op deze uitzaaiingen in combinatie met kortdurende hormonale therapie (gedurende zes maanden). Nu krijgt deze patiëntengroep een uitgestelde behandeling, waarbij bij verdere uitbreiding van uitzaaiingen of klachten van uitzaaiingen pas plaats is voor levenslange hormoontherapie. Een behandeling met veel bijwerkingen.

De PERYTON-studie onderzoekt of de effectiviteit (genezingskans) van lokale radiotherapie bij patiënten met een lokale terugkeer van prostaatkanker na eerdere verwijdering van de prostaat te verhogen is. Onderzocht wordt of dit kan worden bereikt door de bestralingsdosis per dag te verhogen met in totaal een kleiner aantal behandelingen (hypofractionering), bij patiënten die vooraf zijn geselecteerd met een PSMA-PET/CT scan. Het aantal bestralingen kan hiermee worden verlaagd van 35 keer (in zeven weken) naar 20 keer (in vier weken).

Back To Top