Door: Bert Westerink
De confrontatie met (de diagnose) prostaatkanker loopt sterk uiteen. Persoonlijke verhalen zijn daarom waardevol. Ze roepen herkenning op of kunnen bijdragen aan de oriëntatie op nog te maken keuzes.
In deze editie het verhaal van Marcel de Bruijn (59), gehuwd; geen kinderen. Aannemer van beroep, zelf meewerkend, zonder personeel. Een vakman voor renovaties en verbouwingen die zijn werk ook als hobby ervaart. In zijn vrije tijd zijn dat toneelspelen, zeilen en skiën.
Vóór de diagnose kwam prostaatkanker al ‘op mijn weg’ via mijn vader. Hij onderging 14 jaar geleden een prostaatverwijdering en heeft sindsdien geen klachten meer. Het zette me, 45 jaar oud, ertoe aan elke twee jaar de PSA-waarde te laten meten.
Gemakzucht en ‘vergeten’
Daar kwam wat ‘de klad in’. Een meting in september 2021 was alweer vijf jaar na de vorige. Terugblikkend is dat een combinatie geweest van gemakzucht en ‘vergeten’. Daar komt de terughoudendheid van huisartsen bij die ik ervaar als een drempel. Verder ben ik tevreden over mijn huisarts maar artsen proberen om onnodige onderzoeken/behandelingen te voorkomen. Toen ik vanwege mijn vader aandrong op een PSA-meting was het meteen goed. Veel mannen die ik spreek weten niets over de prostaat maar ik had er veel over gelezen.
Hoe dan ook, de meting gaf 3,8 aan. Reden om mij door te sturen naar Meander Medisch Centrum (Amersfoort). In oktober onderging ik een MRI-scan en op 11 november een bioptie. De Gleason-score was 6. Eén plekje mat 9 mm.
Het advies was ‘actief volgen’ van het ziekteverloop. (‘active surveillance’) Daar heb ik een week bedenktijd voor gevraagd.
De afweging bracht mijn vrouw en mij op 26 november tot de keuze voor het verwijderen van de prostaat. (‘radicale prostatectomie’) Los van de ervaring van mijn vader. Als hij het anders had gedaan zou dat voor ons niet gespeeld hebben.
De operatie werd ingepland op 21 januari 2022. Dat vond ik best lang duren. Corona speelde en ik was eerst bang dat dat de operatie in het gedrang zou brengen maar gezien die perikelen is het toch snel gelukt. Ik ben geopereerd in het Meander met de Da Vinci-robot. Een dag later aan het eind van de middag mocht weer naar huis. Aan één zijde waren de zenuwen voor 100% gespaard; aan de andere voor 60%. Daar heb ik geen twijfels over! De patholoog stelde een Gleason-score van 7 vast; twee plekjes bleken groter en agressiever dan gedacht. Men kon niet bevestigen dat het snijvlak schoon was. Tijdens de operatie maakt de chirurg een inschatting hoeveel hij moet wegnemen en hier hangen ook de ongemakken vanaf die na de operatie ontstaan. Maar ik denk dan: liever 100% zenuwen weg dan dat er iets blijft zitten.
Terugblik
Vanwege dat niet schone snijvlak wilde ik na zes weken mijn PSA-waarde weten. Dit werd afgeraden omdat binnen die termijn gemeten PSA-waarde onnodig ongerust kan maken. Het advies was drie maanden na de operatie. Ik heb er toch op aangedrongen. Half maart bleek de PSA ‘niet meetbaar’. Oftewel minder dan 0,1.
We zijn nu drie maanden verder. De tweede PSA-meting gaf -jippie!- de beste uitkomst: niet meetbaar. Dat geeft een heel goed gevoel. Van herstel. Je staat er positiever in. Ik vind dat de eerste PSA-meting standaard na zes weken zou moeten. Laat het maar aan de patiënt over om daar eventueel van af te zien.
Bij de afweging na de scan en bioptneming vorig najaar, had ik heel veel aan het Prostaatkanker-logboek (van de PKS). De urologe had het ook in de kast staan en vertelde dat zij er veel mee werken. Ik ken het bijna uit mijn hoofd. Sommige gevolgen blijven daarin onderbelicht. Zo had ik van het bij de operatie ‘opblazen’ van buik erg veel last. Pijn die de dagen erna naar mijn schouders trok. En van het opzij leggen van de darmen hield ik weken het gevoel over dat daar een knoop in zat.
Het herstel valt mij tegen. Je leest 6-8 weken maar ik heb geen idee waar dat voor staat. Ik dacht na 2,5 maand weer aan de slag te gaan maar dat wordt wel zes maanden (of langer?). Begin mei sprak ik voor eind juli een eerste werk af. De gespecialiseerd verpleegkundige in het ziekenhuis zei dat normaal te vinden, maar ik denk waarom hoor ik dat vooraf niet?!
‘Onderin’ is het nog gevoelig en ik ervaar licht urineverlies bij inspanning als verzitten, opstaan of niesen. Daarvoor volg ik bekkenbodemtherapie. Wat de potentie betreft is het afwachten. Momenteel ‘doet ‘ie niets meer’.
Het belangrijkste: ik ben er nog!
Vooruitblik
Bij de volgende PSA-meting ontmoet ik de operateur. Het klinkt misschien raar maar dat vind ik erg leuk. Ik zie er naar uit.
Met lotgenoten praat ik graag. Mannen doen dat niet zo. Het is me overkomen dat ik over mijn operatie begon en zo maar hoorde ‘welkom bij de club’. Of ‘o ja dat herken ik’. Frappant maar ik heb er veel aan. Bijvoorbeeld bij de herkenning van ongemakken. Mijn vrouw is ook PKS-donateur. We gaan naar de donateursdag in Leusden.
Verder heb ik besloten vanaf juni (ik word dan 60) minder te gaan werken en gebruik te maken van, een deel, van mijn pensioen. De ziekte geeft dit in. Ik heb me nooit gerealiseerd dat het zo snel afgelopen zou kunnen zijn en was van plan tot mijn 67e te werken. Met mijn hobby’s kan ik uit de voeten. Zeker het skiën. Dat doe ik zelf en als begeleider van de ‘visueel gehandicapten skivereniging’. We helpen blinden de piste op, ski’s onder te binden en dan gaan we. Door de operatie miste ik de laatste reis maar ik hoop dat lang te blijven doen.
Met onze keuze de prostaat te laten verwijderen ben ik heel blij. Naar mijn idee ben ik door het oog van de naald gekropen. Misschien had drie maanden later de PSA laten meten uitzaaiingen tot gevolg gehad.