Toen mij werd gevraagd een keer een artikel te schrijven over onze situatie en met name mijn eigen situatie binnen het ‘probleem’ seksualiteit en intimiteit na een hormoonbehandeling bij prostaatkanker, leek me dat een enorme uitdaging en zei ik meteen ‘ja’.
Maar nu ik zo achter mijn laptop zit en er daadwerkelijk mee aan de slag moet gaan, ga ik twijfelen. Openheid is goed, maar moet ik in persona dat persé zijn? Kan ik dat niet beter aan een ander overlaten? Ik besluit toch gewoon te gaan schrijven, dan kijk ik wel wat het wordt en wat we ermee gaan doen.
Heel sluipend voltrekt zich dan een nog veel grotere verandering
Verlies van libido en erectiestoornissen
Iedereen hoort, als het goed is, van de uroloog over de bijwerkingen die op kunnen treden als er gekozen wordt te starten met een hormoonbehandeling bij prostaatkanker. Bijwerkingen kunnen onder andere verlies van libido en erectiestoornissen zijn. Ook mijn man en ik krijgen dit in de vorm van een mededeling te horen van de uroloog. En ach, als je in de diagnostische fase zit, met alle spanningen over de uitslagen, ben je echt met andere dingen bezig. Er is maar één ding belangrijk en dat is: overleven. En seks hebben is al lang niet meer aan de orde omdat er ook angst bij komt kijken in zo’n periode. Het hele gebied van de prostaat van mijn man lijkt oorlogsgebied geworden.
Gelukkig gaat deze acute situatie ook weer voorbij en lijkt veel weer wat normaler te worden. Dat is ook een sterke drang van een mens, alles moet eigenlijk liefst zo snel mogelijk ‘normaal’ worden. Ik schreef eerder in een verhaal in Nieuws over het verdriet over ons verlies in bed. We waren nog maar vijf jaar getrouwd toen dit alles gebeurde, we waren nog verliefd. Alles is nu weg. Desondanks biedt mijn man mij van alles aan om mijn nog gezonde lichaam toch te bevredigen, maar ik kan het niet. Ik kan niet in mijn eentje genieten, terwijl ik weet dat hij helemaal niets meer voelt, dat dat deel van zijn systeem niet meer bestaat voor hem.
We missen elkaar
En heel sluipend voltrekt zich dan een nog veel grotere verandering. Ik heb het dan niet over erectiestoornissen, maar over het verlies van ‘seksuele aantrekkingskracht’ en daarmee samenhangend: intimiteit. Dat wat jouw relatie met de ander uniek maakt. Je gaat niet tegen het lichaam van een goede vriend of vriendin aan staan om hem of haar op de mond te kussen. Dat doe ik, in mijn geval, alleen met mijn man. Elkaar vasthouden en strelen, op de bank, in de keuken of in bed, doen wij bijna niet meer. En wat vinden wij dit erg. Steeds opnieuw beseffen we het opeens weer en zeggen we tegen elkaar dat we hier echt in het vervolg vaker aan moeten denken. Dat we al zoveel zijn kwijt geraakt, dat dit niet ook verloren mag gaan. En steeds vergeten we het weer. Allebei. En dat heeft z’n weerslag op onze hele relatie, want elkaar aanraken houdt ook tederheid in, het stromen van gevoelens van liefde. Natuurlijk houden we veel van elkaar, maar we missen elkaar en we moeten ons steeds weer realiseren dat het van zo’n belang is elkaar aan te raken, anders gebeurt er niks.
Verstop je niet voor de ander en zeker ook niet voor jezelf
Ik vind het erg belangrijk dat mannen en zeker ook vrouwen weten dat ze hier niet de enigen in zijn. Verstop je niet voor de ander en zeker ook niet voor jezelf, maar maak het bespreekbaar. Dat kan in een lotgenotenbijeenkomst van de PKS zijn, maar natuurlijk kan je er ook voor kiezen naar de uroloog te gaan met deze gevoelens. Deze arts kan je wellicht verwijzen naar iemand die je er verder in kan helpen, bijvoorbeeld een oncologieverpleegkundige of een seksuoloog.
Ik heb me er eenzaam in gevoeld. En regelmatig voelt dat nog steeds zo.