Ga naar hoofdinhoud

Mijn glas is halfvol, hopelijk nog lang

Vorige keer schreef ik hoe mijn PSA was gaan stijgen ondanks de Zoladex-injecties. Omdat de nieuwe PSMA-scan geen verontrustende verergeringen liet zien, had ik op advies van mijn arts besloten het nog een paar maanden aan te kijken. Dus zonder extra medicatie.

En nu was het tijd voor mijn nieuwe driemaandelijkse bloedprik. Het ziekenhuis stuurde me de resultaten: de PSA was gedaald van 34 naar 31 en ook andere waarden die van belang zijn bleven ruim binnen de norm. Super blij mee natuurlijk. Hopelijk kan de extra medicatie nog langer wachten. Mijn vrouw en broer feliciteerden me met mijn volhardendheid. Zij weten dat ik iedere dag bezig ben om zo lang en plezierig mogelijk met mijn uitgezaaide prostaatkanker te leven. Over hoe ik dat doe heb ik eerder al geschreven in dit blad. De richtlijnen van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds beveel ik van harte aan, al geef ik er nog een eigen draai aan.

Iets van opstandigheid

‘Tijd weer voor een artikel’ dacht ik. Ik vroeg me laatst wel af waarom ik dit soort artikelen eigenlijk schrijf. Ja, waarom eigenlijk? Het is immers niet fijn om deze ziekte te hebben. Sommige mannen schamen zich daarvoor en noemen het ‘mannenkanker’. De prognoses bij uitzaaiingen zijn in ieder geval niet best en de schrik en het verdriet zijn groot, ook voor alle mensen om je heen. Maar ik heb een beetje van dat opstandige, dat ik ook zélf ergens iets van wil vinden. Waar het kan wil ik dingen zélf uitzoeken, er een mening over vormen, en erover meepraten. Altijd al gehad eigenlijk, al was dat de eerste maanden van mijn ziekte compleet weggevaagd. Maar gelukkig vond ik het weer terug. En dáárover schrijf ik dus, over mijn eigen zoektocht, mijn gevoel, ervaringen met behandelingen, voeding en beweging, de verbondenheid met mijn naasten, de nieuwe vriendschappen. Ook nu heeft het leven veel positiefs te bieden. Soms voel ik me net een dominee op de kansel, die er op hamert dat ook nu het glas niet halfleeg maar halfvol is.

Over dominee gesproken, zo ver weg is dat niet. Mijn vader komt uit een hervormd gezin en zou als oudste zoon dominee moeten worden. Daar voelde hij helemaal niets voor. Hij vertelde ooit dat hij ‘niet aan de leiband van de kerk wilde lopen’. Dat opstandige dus, dat heb ik vast van hem. Daardoor werd de tweede zoon dominee, mijn oom Arie. Ik weet nog hoe ik als kind samen met zijn kinderen speelde tussen de houten banken in ‘zijn’ kerk, terwijl hij zijn preek aan het voorbereiden was. Hem kennende vertelde ook hij ongetwijfeld over hoop en half volle glazen.

Fitness en aangepaste voeding

Maar terug naar mijn ervaringen. Vorige keer schreef ik al dat ik naast mijn dagelijkse wandelingen en gezonde voeding ook op fitness ben gegaan: twee tot drie keer per week een klein uur aan de gang met gewichten en zo om mijn spieren sterker te maken. Ik moet zeggen, het is pittig maar ik ga vooruit. Het gaat weliswaar langzaam, maar ik kan steeds zwaardere oefeningen doen. Bemoedigend voor iemand die net zeventig is geworden.

Maar dat is niet alles. Ik heb ook mijn voeding verder aangepast. Zo gebruik ik al jaren regelmatig Kurkuma in het eten, maar nu neem ik het ook in als supplement, in capsulevorm. Daarnaast ben ik gestart met het innemen van Lycopeen, de kleurstof uit tomaten. Kankercellen zouden ook deze stof – net als Kurkuma – slecht verdragen. Ik slik ieder middel een week lang en dan om de week. Daar voeg ik wat eetlepels goede tomaten-passata aan toe, evenals oregano, een eetlepel olijfolie en lijnzaadolie. Alles bio uiteraard. Ik las eens dat Kurkuma kwaad zou kunnen bij bepaalde medicatie, maar die medicatie slik ik niet. En over Lycopeen en de rest lees ik niets dan goeds.

Waarom die wisseling per week? Nou, dat zit zo: kankercellen wennen op een gegeven moment aan medicatie en kunnen zich er zelfs tegen wapenen. Die kans wil ik ze gewoon niet geven. Ik wil ze eerder verwarren met mijn wisselingen. Misschien ver gezocht, maar wie weet helpt het. Ik heb zelfs voorgesteld om mijn Zoladex injecties een keer een paar maanden op te schorten. Daar zullen die cellen wellicht helemaal van schrikken! Maar dat vond mijn arts op dit moment toch te risicovol. Misschien later?

Ik besef overigens heel goed dat ik me deze eigenwijsheid alleen maar kan veroorloven omdat ik – ook na bijna zes jaar – nog geen klachten heb en mijn kanker zich kennelijk traag ontwikkelt. Eveneens ben ik me ervan bewust dat mijn bevindingen rond voeding(supplementen) voortkomen uit persoonlijke keuzes. Ze mogen niet gezien worden als een medisch voorschrift. Gelukkig ben ik wat dit aangaat bij een fijne arts beland. Die is niet alleen ruimdenkend, maar houdt me ook bij de les. Het ook zelf inbreng kunnen hebben doet me echter goed en maakt mijn glas halfvol. Hopelijk nog lang.

Hans Overbeeke

Back To Top