Ga naar hoofdinhoud

Prostaatkankerstichting vindt het noodzakelijk dat iedere man vanaf 50-jarige leeftijd weet dat hij een verhoogde kans heeft op prostaatkanker. Mannen hebben de keuze om de mogelijke aanwezigheid van prostaatkanker bij de huisarts te laten onderzoeken. Vroegdiagnostiek bij de huisarts bestaat uit een anamnese, een PSA-bloedonderzoek en (mogelijk) een rectaal toucher. Aan deze vroege opsporing van mogelijke prostaatkanker zitten voor- en nadelen. Prostaatkankerstichting bepleit dat huisartsen bij een verzoek om een PSA-bepaling actuele, objectieve informatie geven over deze voor- en nadelen.

De geïnformeerde man besluit zélf tot wel of geen vroegdiagnostiek/PSA-bepaling. Het is belangrijk dat de huisarts dit duidelijk aan de patiënt uitlegt.

Bekijk onze visie op vroege opsporing (2021) >>

———————————————————————————————–

Veel gestelde vragen en antwoorden over PSA-bepaling en vroegdiagnostiek 

  1. Steunt PKS het idee van screening?

Laten we het woord screening niet gebruiken. Dat kan verwarring geven, alsof we het over bevolkingsscreening hebben. Dat is niet aan de orde. Het betreft hier individuele vroegdiagnostiek. Een verzoek van een man aan de huisarts om een PSA-meting om de mogelijke aanwezigheid van prostaatkanker te onderzoeken. PKS bepleit dat iedere man vanaf 50 jaar weet dat er een keuze is om vroegdiagnostiek PSA-meting te laten doen.

  1. Wat adviseert PKS de man over testen van PSA?

PKS adviseert mannen vanaf 50 jaar om eens met hun omgeving en met hun huisarts te praten over de mogelijkheid van een PSA-test en de daaraan verbonden voor- en nadelen. Wij vinden het belangrijk dat huisartsen de vraag om een PSA test serieus nemen en met de patiënt die daarom vraagt, in gesprek gaan. In dit gesprek is het belangrijk dat de huisarts de voor- en nadelen van een PSA test op een rij zet en samen met de patiënt onderzoekt of een PSA-test voor hem wenselijk is. Al dan niet ondersteund door de informatie op www.thuisarts.nl/prostaatkanker. Een vernieuwde keuzehulp op thuisarts.nl volgt waarschijnlijk eind 2019. PKS benadrukt dat uiteindelijk de man zelf de keuze maakt of hij wel of geen PSA-test laat doen.

  1. Kan vroegdiagnostiek overbehandeling tot gevolg hebben?

Een aantal jaar geleden zou deze vraag inderdaad met ja beantwoord worden. Maar met de komst van betere diagnostiek is prostaatkanker nauwkeuriger op te sporen, beter te duiden en kan heel gericht worden vastgesteld of en zo ja, welke behandeling nodig is. Het risico op overbehandeling en complicaties is hierdoor drastisch verminderd. Voorwaarde is wel dat de diagnostiek daadwerkelijk wordt uitgevoerd in een ziekenhuis waar een goede prostaat MRI gemaakt kan worden en een ervaren prostaat-radioloog het onderzoek beoordeelt. 

  1. Moet de huisarts actief wijzen op meten PSA?

Nee, we zijn er niet voor dat huisartsen actief een PSA-bepaling gaan aanbieden, tenzij de huisarts aanleiding ziet.

  1. Is vroegdiagnostiek wenselijk vanaf welke leeftijd?

Prostaatkanker wordt te vaak nog geassocieerd met een hogere leeftijd. PKS wil mannen vanaf 50 jaar bewust maken van het feit dat ook zij al een verhoogd risico hebben om prostaatkanker te ontwikkelen. Daarbij wil PKS dat deze mannen op de hoogte zijn van de mogelijkheid om bij hun huisarts hun PSA te laten onderzoeken.

  1. Moet elke man een PSA-test doen volgens PKS?

PKS vindt niet dat alle mannen een test moeten doen, maar vindt wel dat elke man moet weten dat het kan; elke man moet weten dat zijn huisarts hem kan testen op een verhoogde PSA waarde. Een verhoogde PSA waarde duidt lang niet altijd op prostaatkanker, maar kan vele andere oorzaken hebben. Een verhoogd PSA kán echter wel een indicatie van prostaatkanker zijn. Op basis van de voor- en nadelen van een PSA test, kan elke man voor zichzelf bepalen of hij, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden, eigenschappen en wensen, een PSA-test wil laten doen. 

  1. Mag de huisarts een PSA-test weigeren?

In de NHG-standaard (wetenschappelijke richtlijn) van huisartsen staat dat de geïnformeerde man zelf besluit tot wel of geen PSA-bepaling/vroegdiagnostiek. De huisarts kan ‘de man die de huisarts vraagt om een PSA-bepaling’ vragen naar de reden. Komt het bijvoorbeeld in zijn familie voor?

En welk beeld heeft de man over het verloop van prostaatkanker? Vervolgens zal de huisarts de patiënt voorlichting geven over de voor- en nadelen van een PSA-bepaling. Uiteindelijk besluit de man zelf of hij op basis van deze informatie besluit tot wel of geen vroegdiagnostiek/PSA-test.

Helaas komt het voor dat huisartsen een verzoek om een PSA-bepaling weigeren. Dit vinden wij onjuist. In onze optiek is de NHG-standaard er duidelijk over; de geïnformeerde man beslist zelf of hij de PSA-meting wil of niet. We vragen huisartsen om dit ook duidelijk aan te geven.

We willen ook het belang benadrukken van een eigen beslissing. Als patiëntenorganisatie voor mannen die prostaatkanker hebben, horen wij juist de verhalen ‘Had ik maar geweten dat er een PSA-meting mogelijk was’ en ‘Ik vroeg om een PSA-test, maar kreeg hem niet’. Dit garandeert niet dat het anders was gelopen, maar het wordt zeker ervaren als een gemiste kans.

Zijn er verder nog verbeterpunten in de voorlichting van huisartsen?

  • Het komt voor dat huisartsen geen voorlichting geven over de voor- en nadelen van een PSA-bepaling, maar hun persoonlijke mening uiten: ‘Ik zou het niet doen.’ of ‘Ik doe het zelf ook niet.’ of ‘Heeft geen nut.’PKS heeft grote bezwaren tegen deze sturing. De keuze voor wel of geen PSA-meting betreft een persoonlijke afweging. Dat moet je aan de man zelf overlaten. Het is aan de huisarts om de man objectieve, actuele informatie te geven over de voor- en nadelen van een PSA-bepaling.
  • Er zijn ook huisartsen die een PSA-meting doen, zonder dit eerst te bespreken. Of en-passant ‘Als je toch voor bloedonderzoek gaat, nemen we deze ook even mee.’ Het ontbreekt de man dan aan voorlichting en een (overwogen) keuze.
  • De voorlichting over de voor- en nadelen blijkt niet altijd actueel. Er zijn recente ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van prostaatkanker. Hierdoor is de voorlichting over diagnostiek en behandeling zoals beschreven in de richtlijn/standaard (2014) achterhaald. Hoe blijven huisartsen op de hoogte? En weten zij ook in welke ziekenhuizen een goede prostaat MRI gemaakt wordt en waar een ervaren prostaat radioloog dit onderzoek beoordeelt?
  1. Wat is het standpunt van PKS rondom de thuistesten die nu op de markt zijn?

PKS is niet tegen de beschikbaarheid van een zelftest, er vanuit gaande dat deze betrouwbaar is. Het geeft bekendheid aan het feit dat mannen zich kunnen laten onderzoeken op de mogelijke aanwezigheid van prostaatkanker. PKS vindt het belangrijk dat mannen vanaf 50 jaar weten dat ze een verhoogde kans op prostaatkanker hebben en dat een PSA-test mogelijk is.

Echter: een zelftest heeft beperkingen. Het geeft als uitslag alleen aan of het PSA-gehalte positief of negatief is. Een PSA-test via de huisarts geeft specifiek de hoogte van het PSA-gehalte aan. Ook zal een huisarts aanvullende vragen stellen (anamnese) én voorlichting geven over de voor- en nadelen van een PSA-bepaling. Er zitten namelijk voor- en nadelen aan de keuze om PSA te meten.

Dit is belangrijk om te weten, vóórdat een man besluit om wel of niet PSA te laten meten.

Lees ook onze toelichting op ons standpunt over individuele vroegdiagnostiek >>

Back To Top